Rozetten
Abessijnen die aan wedstrijden deelnemen (“wie is de mooiste cavia van het hele land?”) moeten minstens acht kransen hebben. Tien is nog beter: vier op het lichaam, twee op de achterhand en twee op de heupen. Hoe symmetrischer, hoe beter. Ook vinden veredelaars het bijzonder mooi als de rozetten even groot zijn en een klein hartje hebben. De meeste Abessijnen hebben slechts zes kransen. Maar wie maakt het uit? Zonder medaille zijn ze tenslotte net zo lief.
Ridgeback
Als een Abessijnse cavia maar twee in plaats van vier kransen op zijn lichaam heeft, valt de vacht op zijn rug niet naar de zijkanten, maar staat hij omhoog of naar voren. Hierdoor ontstaat er een “kam”, en de cavia kan een “Ridgeback” worden genoemd. Er is ook een hond met een soortgelijke naam: de Rhodesian Ridgeback. De vacht op hun rug groeit in de tegenovergestelde richting van de rest van hun jassen.